Bezonnen vliegt een engel tot op
het topje van de hoogste ijsberg.
Als een zoutpilaar, blijft hij
daar buiten adem staan.
Dan wieken zijn vleugels vrede.
Luchtschommelingen roetsjen
door de kille atmosfeer.
Men wist niet hoe het begon:
Maar wie zich een reus waande aan
de voet van de reuzenberg, muteerde
in een dwerg met een nederig hart.
© De Kimpe Marleen
11 november 2019
11 november 2019